Geologie museum Copenhagen Allopleuron hofmanni
Bedankt Anja Blaksmark Geologie museum Copenhagen
Allopleuron hofmanni Hoffman's reuzenschildpad was de meest voorkomende schildpaddensoort van de Europese Krijtzee.
De zeeschildpad leek op de huidige soepschildpad.
Maar in tegenstelling tot de soepschildpad, die in alle wereldzeeën voorkomt, is Allopleuron tot nu toe alleen in Zuid-Limburg, Frankrijk en Spanje gevonden, destijds de kustgebieden.
Hij was een goede zwemmer en kon zich in zee goed redden.
De reuzenschildpad deed zijn naam eer aan.
Een volwassen exemplaar kon een lengte van meer dan twee meter bereiken.
Het hartvormige rugschild bestond uit kleine, losse beenplaten die niet vergroeiden.
Dat zie je tegenwoordig alleen nog bij hele jonge schildpadden.
Allopleuron was daarmee een volwassen baby.
Met zijn poten, die de vorm van peddels hadden, kon hij zich soepel door het water bewegen.
De snavelachtige bek was goed uitgerust om het taaie zeegras af te scheuren.
In de ondiepe, subtropische zee van het Krijt leefde Allopleuron van de grote velden zeegras.
Al grazend zwom hij over de bodem.
Vanwege de lage voedingswaarde, moest de schildpad er veel van eten en was daarom het grootste deel van de dag bezig met ‘grazen'.
Mannelijke schildpadden kwamen net als recente zeeschildpadden na hun geboorte nooit meer aan land, en vrouwtjes alleen om eieren te leggen.
Hoewel er wereldwijd veel soorten schildpadden uit het Krijt zijn gevonden, kwam Allopleuron alleen in de Europese Krijtzee voor.
In Amerika zijn geen resten van Allopleuron hofmanni gevonden.
Waarschijnlijk is deze reuzenschildpad bij de kusten van Europa gebleven en nooit de oceaan overgestoken naar Amerika .
De Europese reuzenschildpad leefde tijdens het Krijt, een periode die duurde van 150 tot 65 miljoen jaar geleden.
Tijdens het Midden-Krijt (95 miljoen jaar geleden) kwam de reuzenschildpad veel voor.
Uit dit tijdperk zijn dan ook de meeste resten van dit dier gevonden.
EvolutieSchildpadden bestaan al bijna 300 miljoen jaar, sinds het Vroeg-Trias.
Ze zijn waarschijnlijk ontstaan uit de Aetosauriërs, een groep logge reptielen met een gepantserde rug.
Tijdens het Krijt zijn ook vele van onze hedendaagse schildpadden ontstaan.
Allopleuron was waarschijnlijk een van de eerste vormen van de soepschildpad, zoals we die tegenwoordig ook tegenkomen.