In het quarantaineverblijf :Vorige week kwam DA Hilde Vissenaekens langs, meteen werd van de gelegenheid gebruik gemaakt de sowieso geplande meststalen mee te geven van de
Heosemys grandis .
Ondanks de dieren het goed doen, er geen zichtbare aandoeningen merkbaar zijn & eerdere meststalen nagenoeg negatief waren (behandeling niet noodzakelijk), ontstond het vermoeden dat er toch (voorspelbare) parasitaire aandoeningen om de hoek kwamen kijken. Was ondermeer periodiek aan de mestconsistentie, kleur en geur merkbaar dat er iets mis ging.
Uitslag is een
massale hoeveelheid Flagellaten en een kleine hoeveelheid Ciliaten, wormen en/of wormeieren werden niet gevonden .
Mij bekende conclusie die daaruit voortvloeit:
Stress (hoogstwaarschijnlijk de oorzaak van een Flagellaten opstoot) is lang niet altijd merkbaar.
Meststalen vlak na "aankomst" moeten herhaalt worden, teveel aan protozoa/parasieten is vaak pas van toepassing weken later.
Flagellaten hebben een aanzienlijk minder zichtbare impact op (semi) waterschildpadden dan op landschildpadden.