Je moet het zien als een ontwikkeling van het plastron bij mannen die volwassen worden, bij het volwassen worden ontwikkeld de kuil dus bij het ene mannetje meer dan de ander je hebt mannen met ondiepe kuilen en juist hele mooie diepe kuilen.
Het is een mooie aanpassing van de natuur om het paren makkelijker te maken, en meer grip op het vrouwtje te krijgen tijdens de paring.
Roept gelijk eigenlijk de vraag op of mannen met een diepere kuil in het plastron succesvoller zijn.
Het gebeurd dus bij mannen ook al zouden ze niet oefenen, (volgens mij oefenen ze allemaal
)
Sommige schildpadsoorten (T o ornata) kunnen mannen ook nog vergrote binnenste teennnagels ontwikkelen die kunnen draaien ook weer om grip op het schild te krijgen van de vrouw door met deze teen/nagel de schildrand van het vrouwtje vast te klemmen.