Platemys platycephala
=======================================================================================================
Sinds de eerste beschrijving van de soort,door Schneider in 1792,is er een vast gegeven in de opeenvolgende namen =zowel platycephala als soms platiceps duiden steeds op die platte kop (foto 1 en 2)
Bij deze kleine halswender, maximaal ong.17 cm.lang,zijn zowel de kop als het schild bijzonder plat .
Een overlangse deuk in het rugschild versterkt die indruk nog en verklaart de Nederlandse naam:platkop deukschildpad (foto 3 en 4)
Het verspreidingsgebied loopt over de breedte van ZuidAmerika: van Peru en Colombia aan ene kant tot Venezuela en Frans Guyana aan de andere.
In zo’n groot gebied valt te verwachten dat er ondersoorten bestaan en dat daartussen “intergrades”mogelijk zijn.
Terwijl in Venezuela en Guyana de dieren meest een fel oranje kop (foto 5) hebben en het rugschild duidelijk geblokt is (foto 6) in lichtbruin en haast zwart, zijn ze in Peru en Colombia vaak egaal bruin.
Het buikschild is grotendeels bruin/zwart met geel aan de randen. (foto 7 en 8 )
Voorlopig zijn er nu twee ondersoorten aangenomen Platemys platycephala platycephala (foto 9) en Platemys platycephala melanonota ( foto 10) .
Dit “melanonota” slaat dan op de kleur van de zijdelingse “brug” tussen buik- en rugschild:die is dan voor 80% zwart.
De juiste herkomst van de dieren is niet altijd te bepalen door hun leefwijze .
Platemys leeft in de ondergroei van het oerwoud in de buurt van ondiepe moerassen,vaak verscholen onder planten en omgevallen bomen.
Bij plotse regenbuien lopen ze dan wel rond of zijn ze te vinden in tijdelijke plassen op bospaden .
Daarin jagen ze naar voedsel zoals dikkoppen ,wormen e.d.
Omdat hun kaken niet bepaald stevig gebouwd zijn kunnen ze grotere of stevige prooien moeilijk aan.
Hun verscholen levenswijze maakt ook dat Platemys niet in grotere getalen in de handel voorkomt.
Plaatselijk,vooral in Peru, worden ze ondanks hun geringe grootte, toch gegeten .
De Platemys die hier aangeboden worden zijn zo goed als allemaal wildvang .
De soort met handelsbedoeling kweken is niet haalbaar.
Ieder vrouwtje legt slechts één ei per keer, los op de bodem of nauwelijks ondergegraven in rottend loof.
Verschillende auteurs (de Espinosa,Moll,en Freiberg) schreven van mekaar af dat Platemys tot 7 eieren zou dragen.
Gezien de grootte van zo”n ei : 5,5cmx2,8cm en 27 gr.gewicht ,voor een dier van 15-17 cm., is het duidelijk onmogelijk.
Per seizoen komen er wel verschillende legsels en de jongen daarvan groeien tamelijk snel op (foto 11)
Over “el chata” (de platte) zoals men hem in Venezuela noemt is uiteindelijk nog zeer weinig bekend.
1]
2]
De naam platycephala als soms platiceps duiden steeds op die platte kop (foto 1 en 2 Bedankt Nico)
3]
.
4]
Het schild is bijzonder plat, en de kenmerkende deuk in het schild is hier goed zichtbaar. (foto3 en 4 Bedankt Nico)
5]
Fel oranje kop bij dieren uit Venezuela en Guyana (Bedankt D Bartlett)
6]
Rugschild wat duidelijk geblokt is bij dieren uit Venezuela en Guyana (Bedankt D Bartlett)
7]
8]
Het buikschild is grotendeels bruin/zwart met geel aan de randen. (foto 7 bedankt Jay Frewer en 8 bedankt Nico)
9]
Platemys platycephala platycephala (Bedankt Ruben)
10]
Platemys platycephala melanonota “brug” tussen buik- en rugschild:die is dan voor 80% zwart.(Bedankt Ruben)
11]
Per legsel 1 ei wel komen verschillende legsels per seizoen en de jongen daarvan groeien tamelijk snel op (bedankt Jay Frewer)