Gisteren met iemand gesproken die mij het volgende als uitleg gaf voor mijn vraag hoe de eieren ontstaan binnenin een landschildpad :
Het is inderdaad zo, dat wanneer in het najaar de mannetjes - vrouwtjes berijden, het sperma van de mannetjes op dat moment bij goede copulatie, de hele kleine eitjes die binnenin het vrouwtjes zitten bevruchten.
De piep kleine eitjes hangen zowat als een trosje samen en zijn in het najaar dus nog niet verkalkt d.w.z. dat de eitjes enkel omhuld zijn met een zachte vlies waardoor het sperma de eitjes kan doordringen en bevruchten. Bij verkalkte eieren kan dat dus niet meer want het sperma kan er niet door
In het vroege voorjaar wanneer de eitjes rijpen aan de eierstokken, zakken de eitjes stilaan doorheen de eileider waarbij het proces van de verkalking plaatsvindt. De zachte vlies verandert in een eischaal en de eitjes groeien.
In de onderbuik van het dier komen de reeds verkalkte eitjes samen.
Wanneer de weeën beginnen bij het vrouwtje, begint ze haar put te graven en legt ze de eieren af.
Tussen de ene legsel en het volgend legsel zitten er ongeveer 21 dagen, althans toch bij Testudo soorten.
Het feit dat de ene ei vaak groter is dan het ander ei zou komen doordat de kleine(re) eieren geen tijd genoeg hebben gehad tijdens het groeien.
Vaak toont aan dat juist de kleinere eieren bevrucht zijn en dus niet altijd enkel de grotere.
Een klein eitje kan dus evengoed tot ontwikkeling komen als een groter ei van hetzelfde legsel.
Hopelijk is dit antwoord een beetje juist verwoord, toch tips of verbetering hiervan zijn meer dan welkom (= oproep aan Kurt, Arnaud, Jarnohogeboom, Seba, Agnes, Ands, D-magic, Crashbandicoot, Gizmo, Markooij, Willem, Jonas, ...)
groetjes,
Greeny ...