Onderzoek in de natuur bij Terrapene spp.

[Hansm]

Om meer te weten over de verzorging/leefgewoonte van Terrapene spp.
is het interesant om onderzoeks rapporten te lezen, die gaan over Terrapene in hun natuurlijke leefomgeving.

[Hansm]

Als Eerste wil ik Scott bedanken dat ik dit artikel mag gebruiken  en voor zijn hulp bij vragen en extra aanvullende informatie.
Als tweede Job voor het uitleggen van Engelse medische termen.

Hans


TERRAPENE CAROLINA CAROLINA ALS VERSPREIDER/DRAGERVAN ZADEN EN SPOREN IN CENTRAL ILLINOIS.

Scott Meinders
Department of Biological Sciences Illinois University.

Introduktie
Het vermogen van planten om te bestaan in zeer gefragmenteerd landschap hangt hoofdzakelijk af van de verspreiding van hun zaad in geschikte leefgebieden.
Heel weinig informatie bestaat er over het verspreiden van plantenzaden door natuurlijke populatie's van schildpadden.
Veel van de gedocumenteerde voorbeelden beperken zich tot een paar gevallen uit rapporten van laboratorium experimenten.
Ook onderzoek over sporen verspreiding is beperkt tot een paar insekten, laat staan bij schildpadden.
De meeste onderzoeken richten zich op kleine zoogdieren en vogels.

Onderzoeks doel;
1] Onderzoek naar het aantal soorten plantenzaden Terrapene carolina carolina verspreid.
2] Onderzoek naar het aantal sporen Terrapene carolina carolina verspreid.
3] Ontdekken of er een tijdelijk (seizoens) patroon in de verspreiding ligt.

Werkwijze;
Van April 2003 tot September 2003 werden Terrapene carolina carolina tijdelijk gevangen in boslandschap, graslandschap en langs autowegen.
Deze schildpadden werden apart ondergebracht in plastic dozen totdat ze uitwerpselen hadden of 3 dagen vertreken waren, hierna werden ze op dezelfde plek waar ze gevonden waren teruggezet.
Deze uitwerpselen werden daarna gedroogd bij 28 graden in een oven tot ze compleet uitgedroogt waren.
Hierna werden de zaden uit de gedroogde uitwerpselen gehaald en de zaden geteld met een prepareer microscoop (hiermee kun je kleine deeltjes uit elkaar snijden)
Sporen werden geteld door het gebruik maken van verschillende oplossingen van de uitwerpselen en ze daarna in een haemocytometer te doen.(Dit is een telkamer van een bloedcelmeter die je kan gebruiken om in een vloeistof deeltjes/sporen te meten)

Studie gebieden


Coles County Illinois
Clark County Illinois
Clay  County Illinios
Shelby County Illinios

Resultaten


Figuur 1, 37 procent van de uitwerpselen bevat plantenzaden.
Een totaal van 38 dieren werd onderzocht tussen April 2003 en september 2003.
Het figuur laat zien dat in julie het meeste fruit werd gegeten, waneer ook het aanbod aan fruit het hoogste is.



Figuur 2, Al de uitwerpselen bevatten sporen.
Totaal werden 35 uitwerpselen onderzocht op de aanwezigheid van sporen.
Uit het figuur blijkt dat sporen door het hele seizoen in relatief hoge hoeveelheden worden verspreid.
De maand Juni heeft het laagste aantal sporen de andere maanden zijn vrij gelijk.



Tabel 1, Plantenzaden soorten gevonden in de uitwerpselen, en de totale aantallen en verhoudingen van de soorten die gevonden zijn.
(Bij Rubus spp. word gedacht aan R. occidentalis en R. flagellaris)

Conclusie;
Vijf soorten plantenzaden werden gevonden, die heel door het verteringskanaal van de schildpad zijn gegaan.
Terrapene carolina carolina verspreid Rubus spp. in opvallend grotere hoeveelheden dan de andere soorten plantenzaden.
Er was een duidelijke piek in de maand Juli wat betreft de verspreiding van plantenzaden.
Dit komt zeer waarschijnlijk omdat het aanbod vruchten in de natuur dan ook hoog is.
Terrapene carolina carolina is een belangrijke verspreider van plantenzaden van sommige vruchtdragende planten in Centraal Illinois, alhoewel ze maar een paar soorten van de vruchtdragende planten verspreiden.

Terrapene carolina carolina kan een belangrijke verspreider zijn van sporen, waarvan normaal gedacht word dat deze door de wind verspreid worden.

Aanvullende informatie;
Bij het testen van de kiem kwaliteit van zaden die door het verteringskanaal van Terrapene zijn gegaan blijft de kiem kwaliteit goed, in sommige gevallen zelfs beter omdat de harde buiten laag van het plantenzaad iets afgebroken word door zuren en de kiem hierdoor makkelijker uitkomt.

De sporen konden helaas niet op soorten onderzocht worden omdat bij het onderzoek de uitwerpselen gedroogd zijn waardoor de sporen zijn doodgegaan, en alleen door sporen te laten groeien kun je achteraf de soort bepalen.

[Hansm]

Hierbij wil ik Stephen Mullin bedanken voor de toestemming en hulp die hij heeft gegeven bij het vertalen van zijn artikel over een onderzoek bij nestplaats keuze van de Terrapene carolina carolina.
Stephen werkt voor de Department of Biological Sciences aan de Eastern Illinois University.

NESTPLAATS KEUZE BIJ DE TERRAPENE CAROLINA CAROLINA

Samenvatting;
We onderzochten de microhabitat kenmerken van nestplaats keuze door de Terrapene carolina carolina in Centraal Illinois.
Al de nestplaatsen bevonden zich in opengebied.
87,5% van de nestplaatsen werden verwoest binnen 72 uur na de eileg door nestrovers.
Nestplekken verschilde willekeurig van vegetatie hoogte en samenstelling, met blad of zonder bladlaag en lichtintensiteit.
Het maken van meer openplekken door natuurbeheer om zo geschikte nestplaatsen te creeren, werkt misschien averechts omdat deze openplekken ook meer potentiele nestrovers aantrekken.

Voorwoord;

Patronen van habitat keuze zijn een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van een dier, omdat bij de geboorte dit mede bepaald hoeveel kans een jong dier maakt om zich te redden op deze plek.
Nestplaats keuze is bepalend voor eierleggende dieren, onderzocht is dat er op deze manier een natuurlijke selectie plaats vindt, alleen de jongen overleven van moeders die de juiste keuze maken voor een goede nestplaats.
Verschillende onderzoeken laten zien dat veel schildpadden soorten actief en selectief bepaalde plekken of microhabitats uitzoeken voor hun nestplaats.
De keuze van de nestplaats is belangrijk omdat het van invloed is op hoeveel kans het ei of het jonge dier maakt om opgegeten te worden door vijanden.
Maar ook of deze plek warm en de juiste vochtigheid heeft om zich te ontwikkelen.
Dit laatste word microhabitat genoemd en bepaald voornamelijk het uitkomst percentage van een nest, het geslacht van de jongen en de lichamelijke conditie zoals de grote van het pasgeboren dier.
Ook de snelheid van opgroeien wordt door het microhabitat van de nestplaats bepaald omdat het jonge dier de eerste tijd in de buurt van het nest blijft en hier zijn eerste voedsel vindt.

Onderzoeks (locatie )beschrijving;
Het onderzoeks gebied is in het westen van Shelby County Illinois.
Hoofdzakelijk bebost met Oak-hickory.
Het onderzoeksgebied is 40 ha met verschillende open plekken die door de mens gemaakt zijn.
In het noorden grensd landbouw gebied, en in het zuiden en oosten weilanden waar vee graasd naast het onderzoeks gebied.

Begin April werden alle vrouwtjes die we hier vonden groter dan 120mm uitgerust met een radiozendertje die op hun schild werd peplakt.
Er werd voor gezorgd dat ze weer op precies dezelfde locatie werden terug gezet als waar ze gevonden waren.

We namen aan dat de eileg eind Mei en begin Juni zou plaats vinden, dus in de eerste week van Mei werden al de vrouwtjes met een zendertje opgezocht enmet rontgen bekekenof ze eieren droegen.
Slechts 5 van de 15 vrouwtjes droegen eieren en we noteerde het aantal eieren wat te zien was op de rontgenfoto.
Elke dag werden deze dieren geopserveerd vooral tussen 17.00 en 21.00 omdat het bekend is dat veel Terrapene dan hun eieren leggen.
Ook werd gezocht naar vrouwtjes die niet uitgerust waren met een radiozendertje maar wel leg gedrag vertoonde, deze dieren werden ook gemerkt maar dan d.m.v kerfjes vijlen in hun schildrand nadat ze hun nest voltooid hadden.
Hiermee vonden we nog 19 nestelende vrouwtjes en kwam het totaal op 24 nesten, allemaal gelegd tussen 17 Juni en 5 Juli.

Kwalificatie microhabitat;

Om verstoring van het nest tot een minium te beperken voordat de jongen uitkwamen, wachte we tot eind Juli  met het kwalificeren van het microhabitat.

Bij de kwalificatie van het microhabitat van de legplaats werd op het volgende gelet en genoteerd.
(Binnen een gebied van 1 vierkante meter rond de legplaats)
Was de grond kaal, waren er kruidachtige planten, waren er bosplanten, was er een bladlaag, de vegetatie hoogte werd gemeten, de beschutting van overhangende bladeren van bomen werd omschreven en als laatste werd de lichtintensiteit gemeten.

In dezelfde tijd werden op willekeurige plekken buiten het onderzoeks gebied, van 75 nesten ook de omstandigheden van het microklimaat vastgelegd, zodat deze 2 groepen met elkaar vergeleken konden worden.

Resultaten;

We vonden in totaal 24 nesten binnen het onderzoeks gebied.
De helft van de vrouwtjes legde hun nest binnen 24 uur na regenval.
Maar we konden geen relatie aantonen of ontdekken tussen eileg en regenval.
Al de 24 nesten werden gelegd op openplekken in het bos (door de mens gemaakt)of in het oosten aan de rand van het weiland (door de mens gemaakt).
21 van deze nesten (87%) werden vernietigd door predatoren binnen 72 uur na de eileg.
Voor 18 nesten was dit zelfs binnen 24 uur.
Waarschijnlijk is dit gedaan door wasberen, ondanks dat er heel wat wasberen uit dit gebied zijn verwijderd.

Als je binnen het onderzoeks gebied het microhabitat vergelijkt met het microhabitat van buiten het onderzoeks gebied vallen er een paar dingen op.
Binnen het onderzoeks gebied was bij de legplaats de vegetatie korter, minder afgevallen blad, meer op kale grond plekken, minder bosplanten, en minder beschutting van overhangend bladerdek.
De licht intensiteit was in het onderzoeks gebied hoger.
Tussen kruidachtige planten werd er geen verschil gevonden.

Aan de hand hiervan blijkt dat vrouwtjes binnen het onderzoek nestplaatsen uitkiezen die gemaakt zijn door de mens (open plekken in bos gehakt door de mens, weland gezaaid door de mens)
Waar de omstandigheden niet ideaal zijn denk b.v aan het aantal verwoeste nesten door nestrovers, maar ook vergeleken met de dieren buiten het onderzoeks gebied.
Deze dieren kiezen meer beschutte  plekken o.a door overhangend bladerdak en ze kiezen geen plaatsen gemaakt door de mens.

Uit later onderzoek is gebleken dat de vrouwtjes de plekken gemaakt door de mens binnen het onderzoeks gebied kiezen omdat grond door de mens bewerkt minder puin bevat en makkelijker graaft ook is de licht intensiteit op deze "kunstmatige' plekken hoger en worden de vrouwtjes hierdoor aangetrokken.

Hier kun je twee dingen uit concluderen.
1] Door habitat verlies, bedreigde schildpaddenzou je kunnen helpen door (kunstmatig) open plekken te maken, als je er dan wel voor zorgd dat je hiermee niet ook extra nestrovers aantrekt.

2] En het omgekeerde leefgebied verstoring door de mens kan de kans op slagen van het uitkomen van de eieren sterk verkleinen.
Ook als het gebied waar ze normaal leven (b.v het bos) beschermd is maar de eileg plaats niet (gebied naast het bos, nu veel gebruikt door boeren) heeft dat sterk negatief effect op het uitkomst percentage.

Uit steeds meer onderzoek blijkt dat het leefgebied en de nestplaats uit elkaar kunnen liggen en dat beide plekken beschermd moeten worden.
Vrouwtjes op weg naar een geschikte eileg plaats kunnen 500 meter per dag afleggen.

Populatie's van Terrapene spp. gaan achteruit, informatie over nestplaats keuze is belangrijk voor het bepalen van natuurbeheer plannen.

[Hansm]

Effect van vuur op populatie's Terrapene sp./Vuur gebruik als natuurlijke manier om een gebied te beheren.



Moeras gebied in brand.



Terrapene carolina bauri met littekens van ernstige brandwonden.

Om een gebied op een natuurlijke manier te beheren word in Amerika veel gebruik gemaakt van "gecontroleerde branden".
Een gebied word daarbij bewust aangestoken om het gebied open te houden.
Bijvoorbeeld in het geval van de foto hierboven een moeras waar gras groeid, komen in de loop der tijd bomen en struiken, deze bomen en struiken kunnen het gebied dicht laten groeien waardoor het grasmoeras verdwijnt en een habitat/ecosysteem verdwijnt.
Met deze verdwijning is het gebied dan ook niet meer leefbaar voor de soorten dieren die van het oorspronkelijke gebied afhankelijk zijn.
Brand je zo'n gebied om de zoveel jaar af dan zullen de bomen en struiken verbranden en het gras na de brand zich weer verjongen en opnieuw groeien (dit gaat redelijk snel).
Waardoor het grasmoeras ecosysteem instand blijft.

Deze manier van beheren heeft twee kanten voor de dieren die er leven, aan een kant blijft hun habitat/ecosysteem bestaan maar aan de andere kant is het vuur een bedreiging voor ze.

Direkt vuur effect op Terrapene sp.



Twee Terrapene carolina bauri uit onderzoeks gebied.



Voor onderzoek uitgerust met een transmitter Terrapene carolina bauri

Dood met als oorzaak vuur kan in een populatie Terrapene sp. erg varieren.
Voorbeelden uit onderzoek 1;
Na een gecontroleerde brand van een tallgrass prairie habitat in Missouri, werden 22 Terrapene levend gevonden en 20 waren dood.

Voorbeeld uit onderzoek 2;
Van een populatie Terrapene kwam 17% om door een spontane brand in Florida Everglades.
Het verbrande gedeelte werd omschreven als een dikke onderbegroeing.

Voorbeeld uit onderzoek 3; 25 Terrapene kwamen om bij een brand in Oklahoma, slechts 3 waren nog in leven.

Sommige onderzoekers denken dat voorjaars branden schadlijk zijn voor Terrapene sp. waneer ze weer actief worden in het voorjaar na de winterslaap.
Dit is gebaseerd op het aantal dode dieren gevonden in dat seizoen.
Andere onderzoekers denken dat Terrapene sp. die in holen zitten (winterslaap/rust) tijdens een brand geen schade oplopen, ook al zijn na spontane branden in Florida dode Terrapene in holen gevonden.
Het gevaarlijkst is brand voor jonge en halfwas dieren die vaak een schuilplaats kiezen onder een bladlaag wat hun niet beschermd tegen de brand.
Door de snelle verspreiding van vuur kunnen veel Terrapene niet ontsnappen en lopen ze vaak brandwonden aan het schild op.
Veel Terrapene sp. in de natuur worden gevonden met littekens van brand wonden, het vuur kan ernstige schade aan het schild brengen.
Gelukkig is een Terrapene instaat hier weer van te herstellen, wat mogelijk een natuurlijke aanpassing van Terrapene sp. is om instaat te zijn te overleven in vuur gevaarlijke omgevingen.

Ook al ontbreken de juiste bijgehouden gegevens, toch blijkt dat in gebieden waar vaker brand voorkomt de verspreiding van Terrapene en hun populatie aantal laag is.
Dit geld zeker voor Florida waar uit onderzoek blijkt dat vroege voorjaars branden ook de bladlaag verwoest waaronder de Terrapene hun winterrust houden.
Na de brand worden ze door het ontbreken van de bladlaag aan de kou bloodgesteld.
Ook is door het ontbreken van de bladlaag, en het feit dat ze zich niet goed meer kunnen verstoppen de kans groter dat een roofdier ze vind, zeker als ze bij de brand schade opgelopen hebben aan hun beschermende schild.

Er is nog te weinig onderzoek gedaan om het lange termijn effect te bepalen of een oplossing te vinden, maaruit onderzoek tot nu toe blijkt vuur in elk seizoen van het jaar schadelijk voor Terrapene sp. en blijken de slachtoffer aantallen onder de Terrapene sp. hoog te zijn zeker in gebieden waar vaak brand is.

Bedankt Peter May voor je hulp en foto

[Hansm]

James F. Koukl Dept. of Biology University of Texas
Jim bedankt voor je hulp en toestemming om dit artikel te vertalen en je uitleg waar het onderzoek omdraaid.
Verder bedankt voor al je andere informatie over Terrapene spp. in het algemeen en voor het contact leggen met andere mensen die onderzoek doen naar Terrapene.
En natuurlijk voor al de foto's die je gemaild hebt.

Hans


Adult, Three-toed Box Turtle (Terrapene carolina triunguis) in East Texas

Over een periode van 7 jaar is het gedrag van pasgeboren, halfwasdieren en volwassen drieteen doosschildpadden (Terrapene carolina triunguis) onderzocht doormiddel van een serie studies.
Bij de volwassen dieren werden zowel de oorspronkelijke bewoners van het gebied als de verplaatste uitgezette dieren gecontroleerd.
Tijdens deze dagelijkse zoektochten met behulp van een transmitter werd elke leeftijdsgroep gezocht en de gegevens specifieke bewegingspatronen, habitat voorkeur, home range en preditatie aantallen genoteerd.
Dit schildpadden onderzoek vond plaats in een gebied van 153 hectare gemengd bosgebied in Oost Texas.

In het totaal werden 98 volwassen dieren gevonden en gemerkt, 22 pasgeboren dieren en 16 halfwas dieren kregen ook een transmitter.
Na 4 maanden waren alle 22 pasgeboren dieren ten prooi gevallen aan roofdieren.
En na 16 maanden ook alle halfwas dieren.
Geen van de volwassen dieren viel ten prooi.

De pasgeboren en halfwas Terrapene hebben een geheimzinnig gedrag en lieten zich niet vaak zien, voornamelijk verbleven ze verborgen onder een dichte bladlaag.

Volwassen oorspronkelijke bewoners van dit gebied vertoonde een cirkelvormig bewegings patroon door het gebied in vergelijking met de verplaatste/ uitgezette volwassen dieren die meer rechtlijnige bewegings patronen hadden.

Zowel de volwassen oorspronkelijke bewoners als de uitgezette Terrapene bleven al deze 7 jaar binnen het onderzoeksgebied, met een uitzondering van een uitgezet dier dat Lake Tyler zwemmend overstak (800m) op 1 dag.
Nadat het dier weer terug gebracht werd naar het onderzoeksgebied liep het dier in de andere richting (weg) van Lake Tyler , en bleef 7 jaar met hetzelfde gedrag als de oorspronkelijke bewoners.



Imprint habitat kooien in onderzoeks gebied

In een meer uitgebreider onderzoek werden 2 groepen verplaatste/uitgezette Terrapene elk met een transmitters gevolgd.
Het verschil tussen deze 2 groepen drieteen doosschildpadden was de acclimisatie periode in de imprint kooien in het onderzoeksgebied.
De ene groep werd al na  2 weken vrijgelaten de andere groep na een periode van 88 weken.
Uit vergelijking van beide onderzoeken met elkaar bleek geen verschil.

In dit studie gebied is moeilijk vasttestellen hoe de populatie status is door het grotere aantal volwassen en oudere dieren, en het moeilijk te vinden van de pasgeboren en halfwas dieren die een verborgen leven leiden.
Dit laatste gedrag kan gemakkelijk leiden tot een te grote schatting van het aantal pasgeboren/halfwasdieren en dus de populatie grote.
Wat schadelijk kan zijn voor de lange termijn beschermingsplannen.

Het ziet er naar uit dat dooschildpadden bescherming een grotere noodzaak wordt in de toekomst als de nu volwassen dieren populatie straks langzaam afneemt en sterft, speciaal gezien de gegevens over de nieuwe opvolgende generatie pasgeboren en halfwas dieren.
Waarvan 100 % is gestorven door preditatie.
Bescherming van de Terrapene zal afhangen van het voorkomen dat de populatie's nog kleiner worden door het versnipperen van hun habitat en het toenemen van roofdieren (zowel inheems als uitheems) die pasgeboren en halfwas dieren als prooi zien.

De gegevens van dit onderzoek geven een beter inzicht in het gedrag van de verschillende leeftijdklasse van Terrapene carolina triunguis in Texas, en ook hoe populatie's reageren op het versnipperen van hun leefgebied.
Evenals de onderzoeks gegevens van ons die een bijdrage aan het verplaatsen, bijplaatsen in een populatie of opnieuw plaatsen van Terrapene in de natuur.

Aanvullende informatie van Jim





Jonge Terrapene carolina triunguis in imprinting habitat kooi.

Op dit moment in het onderzoek, dat verder gaat, worden jonge dieren in de imprint habitat kooien gehouden, om ze te beschermen tegen roofdieren en de groeisnelheid te meten.
Als je de jonge Terrapene een "headstart" geeft en ze beschermd laat opgroeien tot aan het moment dat ze groot genoeg zijn om hun schild te kunnen sluiten en ze pas daarna hier weer vrijlaat maken ze een veel betere kans om optegroeien tot volwassen dieren en zich voorteplanten.
Zeker omdat is gebleken sinds het begin van het onderzoek tot 7 jaar later dat 100% van de pasgeboren en halfwasdieren ten prooi vielen aan roofdieren is deze "headstart" waarschijnlijk de enige manier om de populatie te helpen in de toekomst.



Halfwas Terrapene carolina triunguis in de imprint habitat kooi

[Hansm]

Matt Allander, Department of Small Animal Clinical Scienes, College of Veterinary Medicine, University of Tennessee, Knoxville



Als eerste wil ik Matt Allender bedanken voor de toestemming voor het vertalen van zijn artikel over het onderzoek wat hij gedaan heeft naar het Rana Virus.
Over het Rana Virus bij natuurlijke populatie's is nog weinig bekend, en daarom is het zeer belangrijk voor het voortbestaan van populatie's om er meer over te weten.
Matt Allender heeft een goed en duidelijk artikel geschreven over dit moeilijke onderwerp waar nog veel onderzoek naar gedaan moet worden.
Bedankt Matt.

Hans





Terrapene carolina carolina dood gevonden in de natuur mogelijk een slachtoffer van het Rana Virus.



GEZONDHEID EN ZIEKTE IN DE BESCHERMING VAN TERRAPENE CAROLINA CAROLINA

Opvang centra en dierenarts opleidingen die vaak zieke wilde dooschildpadden binnen krijgen zijn belangrijk voor onderzoek naar de gezondheid van doosschildpadden.
Regelmatig onderzoek naar algemene gezondheid door middel van bloedonderzoek en onderzoek van dode exemplaren zijn de sleutel tot het identificeren van ziekte of giftige stoffen die opkomen of voorkomen in een natuurlijke populatie.
Verschillende infekties en gebruik van gif worden inverband gebracht met de doodsoorzaak van wilde schildpadden.

Een infektie ziekte die steeds meer gezien word en gerapporteerd als doodsoorzaak is het Rana Virus een virus uit de Irido familie.

Wereld wijd wordt het Rana Virus gevonden in zowel wilde populatie's al in gevangenschap.
Voorbeelden hiervan zijn Testudo hermanii, Testudo horsfieldi, Terrapene carolina, Trionyx sinensis en Gopherus polyphemus.
Uiterlijke symptomen zijn niet altijd bekend maar genoemd wordt algemene lusteloosheid, gebrek aan eetlust en verkoudheid met slijm in de neus en mondholte en uiteidelijk de dood.
Verdikking in de mondholte met witte aanslag wordt bij onderzoek vaak vastgesteld.
Andere tekenen zijn steeds slapen, longontsteking.
De ziekte is kort en hefig vaak zijn de dieren al dood voor ze in een opvang terechtkomen.

De overdracht van deze ziekte is onbekend, hoewel aangenomen wordt dat via bloedzuigende insekten een mogelijkheid is, aangezien het virus in bloedcellen gevonden wordt.

Bij onderzoek moet het onderzoeksmateriaal vooral weggenomen worden bij de hevig aangetaste organen zoals de lever en de milt.
En het bloed en slijm uit de mondholte.
Behandeling van dieren met het Rana Virus is in sommige gevallen succesvol geweest.

Succesvolle beschermingsplannen voor Terrapene sp. bestaan vaak uit veldonderzoek naar habitat, voortplanting gegevens overlevings kansen enzv. maar moet uitgebreid worden met onderzoek in onderzoeks stations, opvang centra en dierentuinen.
Samenwerking tussen al deze mensen de Staat en het publiek moet uiteindelijk de beste mogelijkheid bieden om grip tekrijgen op Irido Virus infektie's bij Terrapene sp.

   schildpaddenvereniging
   landschildpadden
   waterschildpadden
   stamboeken
   fotoalbum
   linkspagina
   AANBOD NAKWEEK

Geavanceerd zoeken

Black22 TPBlackBoxDilber MulticolorKlassiek YaBB SE theSMF Standaardthema (theme8