Hierbij de uitslag van de Kekke Koppies van week 50. Het was weer een hele studie en moeilijk om te kiezen welke koppies het deze week zouden worden.
Van de ene soort kom je op de andere nog mooiere of interessantere soort!
Die komen de volgende aflevering dan wel aan de beurt
Er staan weer vier prachtige soorten in de schijnwerpers: maar liefst drie leden uit de familie van de Geoemydidae, en het buitenbeentje komt uit de familie Chelydridae.
Foto 1 Zwarte aardschildpadden (Rhinoclemmys funerea) uit de familie van Geoemydidae, warmen zich op te in de zon.
Rhinoclemmys funerea komt voor in grote delen van Midden-Amerika, de habitat bestaat uit moerassen en andere vochtige en waterrijke milieus, vijvers en rivieren in vochtige bossen.
Bij een lengte van ongeveer 20 cm is de schildpad geslachtsrijp, tijdens de paring achtervolgen de mannetjes de vrouwtjes in het water, ze strekken de nek uit en vibreren met de kop als het vrouwtje op haar plaats blijft.
Het voedsel bestaat grotendeels uit plantaardig materiaal als fruit, grassen en grootbladerige planten, exemplaren in gevangenschap accepteren echter ook vlees.
In 2000 is voor het eerst in Europa met deze schildpadden gekweekt door de kweker Jelle Hofstra, zie het tijdschrift Trionyx 3(1).
Wil je nader kennismaken met Jelle Hofstra? Dit is zijn website:
http://www.koudbloedigen-jelle-hofstra.nl/171508016Foto 2Dit Kekke ongewassen prut Koppie komt eveneens uit de familie van Geoemydidae.
Het is de
Spenglers aardschildpad of gezaagde aardschildpad(Geoemyda spengleri).Het rugschild bereikt een lengte van maximaal 13 centimeter en is grijsbruin tot donkerbruin van kleur, evenals het buikschild.
De kleur van de ogen is bij de man wit tot lichtgrijs, bij de vrouw geel tot roodachtig.
Spenglers aardschildpad komt voor in Azië, in China en Vietnam.
De habitat bestaat uit de strooisellaag van de bodem van het bos. Het is een landbewonende soort die soms het water betreedt.
Foto 3 Eén van de grootste zoetwaterschildpadden is de
Alligatorschildpad (Macroclemys temminckii), die samen met nog een soort tot de familie Chelydridae (Bijtschildpadden) behoort. Dit kolossale beest kan een gewicht bereiken van tegen de 100 kilogram.
Andere veelgebruikte benamingen zijn alligatorchelydra en gierschildpad, en de geslachtsnaam is in het verleden zowel Macroclemys als Macroclemmys geweest, waardoor niet altijd de juiste naam wordt gebruikt.
Het menu bestaat voornamelijk uit vis, die de alligatorschildpad lokt door op de bodem te gaan liggen met wijd opengesperde bek en dan de wormachtige tong te bewegen. Het op een rots gelijkende lichaam en het donkere verhemelte dat op modder lijkt zorgen ervoor dat het dier daar erg succesvol in is.
De schildpad ziet niet veel en gaat af op gevoel; als de tong wordt aangeraakt klapt de val dicht, wat vaak betekent dat een vis al hapklaar in twee stukken wordt gebeten.
Buiten vis gaan ze af op alles wat beweegt, knaagdieren, amfibieën en zelfs watervogels, die de schildpad als een ware alligator onder water sleurt en met de bek en poten uit elkaar trekt. Ook wordt aas gegeten, dat met het goede reukvermogen van de schildpad wordt opgespoord.
Het verspreidingsgebied omvat het zuidoosten van de Verenigde Staten, in Florida en aangrenzende provincies in de kom van de Golf van Mexico.
De schildpad houdt van vrijwel alle grotere wateren met ondiepe delen, een modderbodem en enige onderwatervegetatie, en is een echt waterdier dat maar zelden op het land komt.
Alleen om de eitjes af te zetten en om van poel te wisselen als de 'thuispoel' dreigt op te drogen wordt het land betreden.
Het schild is opvallend bulterig en heeft drie steile lengterichels en een diep, ruitvormig reliëf. De dunne staart is bijna even lang als het schild en de ogen staan wat meer aan de zijkant van de kop. De relatief grote kop bestaat voor het grootste deel uit kaak, waarvan
de kaakspieren tot de krachtigste uit de schildpaddenwereld behoren.
De volwassen alligatorschildpad heeft nauwelijks tot geen natuurlijke vijanden. Hij is niet kwetsbaar voor de aanvallen van andere rivierdieren, en weet aanvallen van deze in de regel prima af te slaan. Juveniele exemplaren worden echter vaak opgegeten door vogels en grote vissen (later is dit echter andersom!).
Wilde honden en zwijnen willen nogal eens de eieren opgraven wanneer de vrouwtjes de eieren gelegd en begraven hebben.
Het enige waar de populatie daadwerkelijk onder te lijden heeft is de mens.
Hoewel vele schildpadden in gevangenschap worden gehouden, is een alligatorschildpad geen huisdier. Als men ze slecht verzorgt, blijven ze klein en kwijnen weg; als men ze goed verzorgt, worden het vlees verslindende monsters die door een dikke tak kunnen bijten en angstvallig van huisdieren en kinderen weggehouden dienen te worden. Bovendien heeft een enkel volwassen exemplaar een terrarium nodig van ongeveer 10 vierkante meter, en zien soortgenoten elkaar als rivalen tot er eentje niet meer leeft.
De alligatorschildpad heeft erg smakelijk vlees. Hierdoor is er al sinds de kolonisatie hevig op de schildpad gejaagd waardoor de soort nu zeldzamer is. Vroeger reikte het verspreidingsgebied waarschijnlijk van zuid-Canada tot het noorden van Mexico.
In sommige gebieden is de alligatorschildpad al ernstig bedreigd, echter lang niet overal. In het grootste deel van zijn verspreidingsgebied is de schildpad beschermd.
- Over het exceptionele reukvermogen gaan verscheidene verhalen; onder andere het verhaal van de politie in de VS die er maar niet in slaagde de lijken van een aantal dode mensen op te sporen in een meer, terwijl ze toch echt zeker wisten dat de slachtoffers erin lagen. Een oude indiaan bood uitkomst; een alligatorschildpad werd gevangen en 'aangelijnd' met een touw, en vervolgens in het meer uitgezet. Iedere keer als de lijn niet meer langer werd, zat aan het uiteinde steevast de schildpad aas te eten... Het verhaal is echter niet geverifieerd.
- In 2013 werd in het Duitse Irsee de achillespees van een jongen overgebeten. Uit de bijtwonde kon men afleiden dat er een alligatorschildpad in het meer zit.
Foto 4 Cuora Mouhotii Obsti is een ondersoort van de Aziatische doornschildpad (Cuora mouhotii), een schildpad uit de familie Geoemydidae.
Andere Nederlandse namen zijn Indische of Maleise doorn(rand)schildpad. De soort is al vaak van wetenschappelijke naam veranderd, zo behoorde de schildpad in het verleden tot de geslachten Cyclemys, Geoemyda en Pyxidea.
In 2004 is de soort, overigens voor de tweede keer, ingedeeld bij het geslacht Cuora, waardoor de literatuur niet altijd eenduidig is over de wetenschappelijke naam.
De schildlengte is ongeveer 18 centimeter, het ovale schild is iets afgeplat en de hoornplaten aan de achterzijde van het schild zijn sterk zaag-achtig getand. Dit is om het dier op een blad te laten lijken en dient niet ter verdediging.
Kenmerkend zijn de drie opstaande lengtekielen op het schild, één op het midden van het schild van kop tot staart en aan weerszijden hiervan twee kortere die de schildranden niet raken.
De kleur is altijd bruin, groene exemplaren komen niet voor, de huid is donkerder tot zwart. Vooral de juvenielen hebben een naar zwart neigende kleur, evenals een gele schildrand die na enkele vervellingen verdwijnt. De richels vervagen na verloop van tijd maar verdwijnen nooit helemaal, ook hebben jongere exemplaren een platter schild dat met de jaren boller wordt. Mannetjes hebben een dikkere en langere staart.
De Aziatische doornschildpad leeft in oostelijk India, Laos, Vietnam, Myanmar, Thailand en zuidelijk China.
Het is een landbewoner die tussen de bladeren in bossen leeft, de schildkleur en -vorm doen denken aan een blad.
De schildpad zoekt het water niet op, ook niet bij gevaar. Op het menu staan in het wild waarschijnlijk voornamelijk planten, maar in gevangenschap gehouden dieren bleken meer omnivoor tot carnivoor te zijn.
Een sterke bedreiging voor de soort is de Aziatische traditionele medicijnindustrie die de schildpad in grote hoeveelheden 'oogst', maar dat geldt voor een zeer groot aantal soorten schildpadden.
Bronnen: wikipedia, asianturtleprogram, arkive, e.v.a.