Welkom Liesbeth,
1.
Wat een droom om een tuin volledig vanuit het niets te kunnen inrichten. Je kunt inderdaad de schildpadden in de tuin los laten lopen, indien je tuin goed is afgesloten (vergeet ook niet dat het goede gravers zijn!). Alleen gras is geen ideale ondergrond voor schildpadden, doordat ze dan constant op een te vochtige ondergrond zitten en gras bovendien warmte niet vasthoudt (integendeel: door de verdamping van het water voelt gras koud aan). Dus ze zouden inderdaad, zoals jij al zegt, een plaatsje met aarde/zand, steentjes, ... moeten hebben. Hierin liefst ook wat grote rotsen, boomstronken, ... die ze kunnen verkennen.
Een aanrader voor jou is het boek: 'Naturalistic keeping and breeding of Hermann's tortoises' van Wolfgang Wegehaupt (je kunt dit online bestellen testudofarm). Hierin wordt een zeer mooie beschrijving gegeven over hoe je de verblijven van schildpadden zo kan inrichten dat de natuur het meest wordt benaderd (waardoor ze niet het gevoel krijgen in gevangenschap te leven).
Dit is bijvoorbeeld een foto vanuit ??n van zijn verblijven:
Een zeer mediterrane tuin dus, zoals jij ook een deeltje zou kunnen inrichten in de tuin. Een serre of miniserre is ook een vereiste. Hier kunnen de schildpadden zich opwarmen als ze te koud krijgen.
2. Griekse landschildpadden lijken mij ook de beste optie! Viertenen zijn ook een prima keuze.
3. Daar is inderdaad wat discussie over. Schildpadden zijn solitaire wezens, maar dat wil niet zeggen dat ze elkaar in de natuur niet tegenkomen. Dat doen ze namelijk zeer vaak! Het is daarom wel belangrijk dat ze ook soortgenoten tegenkomen in hun verblijf. Volledig alleen in een verblijf is namelijk onnatuurlijk (bron: boek Wolfgang Wegehaupt).
Twee dieren samen kunnen inderdaad problemen veroorzaken indien dit 2 mannetjes zijn of een mannetje en een vrouwtje. Twee mannetjes samen kunnen beginnen vechten. En bij een koppeltje kan het zijn dat het vrouwtje te vaak belaagd wordt door het mannetje. Deze problemen kunnen echter goed vermeden worden bij een voldoende groot verblijf met veel schuilplaatsen. Het veiligste is echter om twee vrouwtjes te nemen, dan heb je de voorgaande problemen niet.
Bij jonge dieren is echter het geslacht nog niet bekend. Dat kan je pas na een aantal jaar (rond de vier jaar, bij de ene vroeger, bij de andere later) zien. Er is enkel een indicatie op basis van de broedtemperatuur (hoger dan 32 graden geeft een grote kans op vrouwtjes). Om het geslacht te weten bij aankoop, moet je dus oudere dieren kopen. Volwassen dieren vinden is echter moeilijk. Bovendien zijn vrouwelijke volwassen dieren nog moeilijker te vinden. Er wordt immers een verhouding van 1 man per 3 vrouwtjes aangeraden, waardoor er vrouwtjes te kort zijn. Nakweek is wel makkelijk te verkrijgen, maar dan weet je dus het geslacht nog niet. Kwestie van de situatie even te schetsen!
Als je geen ambities hebt om te kweken, dan maakt het niet uit of ze uit hetzelfde nest komen of niet. Al is het natuurlijk veiliger om er wel 2 te zoeken die onverwant zijn, voor het geval je je later nog bedenkt hierover
.
Als er nog vragen zijn: vraag gerust!