Titel: herpetologische woordenlijst Bericht door: kurtlippens op 21 December 2007, 17:31:38 Hier komt een alfabetische lijst met herpethologische/hobbygerelateerde woorden inclusief uitleg.
Zo kunnen mensen die nieuw zijn en nog niet vertrouwd met de hobby naar de lijst doorverwezen worden ;) Aanvullingen (met uitleg) kan je hieronder posten, dan worden ze toegevoegd aan de lijst. Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: markooij op 22 December 2007, 05:39:02 Misschien is dit wel een hulp in de goede richting.
http://www.dierenwoordenboek.nl/?l=a Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: Riet op 22 December 2007, 16:25:15 Dit is een fantastisch idee ik kijk er al naar uit zal er veel van kunnen leren denk ik
Groetjes Riet Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: Angulata op 12 Januari 2008, 10:18:55 Carapax; rugschild van een schildpad
Carnivoor; Vleesetend dier Herbivoor;Plantenetend dier Intramusculair; in de spier ; bv met betrekking tot een injectie (I.M) Intraveneus; in de ader bv met betrekking tot een injectie (I.V) Mandibula; Onderkaak Maxilla; Bovenkaak Necropsie; Lijkschouwing, sectie Omnivoor; allesetend, planten en vleesetend dier Ovarium; eierstok Oviduct; eileider Ovipaar; eierleggend Ovovivipaar; Levendbarend, waarbij het embryo via stoffen uit het ei wordt gevoed Oxytocine; Hormoon, dat de baarmoeder doet samen trekken. Oxyuris; parisitaire worm bij reptielen, zoogdieren en vogels Per os; door de mond toedienen van medicijnen Plastron; Buikschild van een schildpad Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: kurtlippens op 12 Januari 2008, 10:48:22 Adult; volwassen
Anaalschilden; schildplaatjes net boven de cloaca Biotoop; de natuurlijke leefomgeving van het dier Carapax; rugschild van een schildpad Carnivoor; Vleesetend dier Cloaca; gemeenschappelijke opening voor geslachtsverkeer en faeces bij reptielen Copulatie; paring Diapauze; rustperiode tijdens het incuberen Handwarm; 30 tot 40°C Herbivoor;Plantenetend dier I.E. ; Internationale eenheden,(maateenheid) wordt vaak op verpakking van medicijnen en vitaminen vermeld Incubator; broedstoof Incuberen; uitbroeden Intramusculair; in de spier ; bv met betrekking tot een injectie (I.M) Intraveneus; in de ader bv met betrekking tot een injectie (I.V) Mandibula; Onderkaak Maxilla; Bovenkaak Necropsie; Lijkschouwing, sectie Omnivoor; allesetend, planten en vleesetend dier Oraal; via de bek toedienen Ovarium; eierstok Oviduct; eileider Ovipaar; eierleggend Ovovivipaar; Levendbarend, waarbij het embryo via stoffen uit het ei wordt gevoed Oxytocine; Hormoon, dat de baarmoeder doet samen trekken. Oxyuris; parisitaire worm bij reptielen, zoogdieren en vogels Per os; door de mond toedienen van medicijnen Plastron; Buikschild van een schildpad Rachitis; gebreksziekte, tekort aan vitaminen D3 of calcium RV; relatieve vochtigheid van de lucht Sonde; lang siliconenbuisje die op een injectiespuit past Species (sp.) ; soort spp; afkorting voor soorten Stigma; ademhalingsopening Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: Angulata op 13 Januari 2008, 12:22:14 Ascaris; spoelworm, ;parasiet levend in de darm vorm en grootte van "spaghetti".
Calcificatie; de afzetting van kalkzouten in weefsel verkalking. Capillaria; geslacht van draadvormige parasitaire wormen, behorend tot de nematode. Cauda;staart. Ciliaten; trilhaardiertjes. Deficientieziekte; ziekte door gebrek aan een of meer noodzakkelijke stoffen in de voeding, zoals vitamine. Degenreratie; ontaarding, verwording niet meer voldoen aan de oorsronkelijke functie. Drager; dier dat een bepaalde besmettelijke ziekte bij zich heeft, maar daar (nog) niet ziek van is. Ectoparasieten; parasieten die buiten op het lichaam leven; bv. teken. Embryo; vrucht in het eerste deel van de incubatie. Endoparasiet; parasiet, die in het lichaam van zijn gastheer leeft; bv. maagdarmworm. Faeces; uitwerpselen, mest. Flagelaat; zweepdiertje, flageldragende protozoo. Follikel; zakje of blaasje; bv. eiblaasje in de eierstok. Fungus; schimmel, zwammmen. Gonade;geslachtsklier, ovarium, testis. Herpes; infectieziekte, veroorzaakt door een (herpes)virus. Herpetologie; wetenschap, die zich met reptielen en amfibieen bezighoudt. Hybride; bastaard nakomeling van een kruising tussen twee soorten. Keratine; hoornstof, de grondstof van schubben, schilden. Laesie; beschadiging van weefsel, verwonding. Mijt; spinachtig die. Mineralen; verzamelnaam voor anorganische stoffen zoals zouten en kalk. Minor; kleinste. Obstipatie; verstopping van de darmen. Parasiet; organisme dat ten koste van een ander organisme leeft. Populatie; bevolking, omschreven groep dieren. Postmortaal; na de dood. Prolaps; verzakking van en ingewand door een natuurlijke lichaamsopening bv. penisprolaps. Pseudomonas; bacterie- gesclacht met veel ziekteverwekkende soorten. Quarantaine; isolatie, afzondering voor zieke of nieuw ingekomen dieren. Reptilia; de klasse van de reptielen. Salmonella; groep van bacterieen, waarvan vele ziekteverwekend zijn bij dier en mens. S.C; subcutaan onderhuids. Spoelworm; Ascaris parasitaireworm levend in de darm. Swab; wattenstokje, waarmee materiaal wordt verzameld voor laboratorium onderzoek. Trichostrongylus; geslacht van parasitaire ingewandswormen bij dier en mens. Trichuris; zweepworm, darmparasiet. Virus; infectieus organisme, vaak ziekteverwekkend voor mens en dier, en voor de vermenigvuldiging afhankelijk van de levende cel; bv herpes virus. Zoonose; ziekte, die van dieren op mensen kan overgaan. Zootechniek; methoden van huisvesting en voeding van dieren. Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: kurtlippens op 13 Januari 2008, 13:45:09 Hier hebben we iets aan, bedankt hiervoor saz
Titel: Re: herpetologische woordenlijst Bericht door: Veerle op 2 December 2011, 19:01:30 Zal deze avond eens in mijn boek diergeneeskunde kijken.
|