Mineralen
Calcium ( Ca)
Calcium is een element wat voornamelijk voorkomt in de aardkorst.
Het heeft de voorkeur om zich met zuurstof te binden.
Calcium heeft in het lichaam een rol in
- bot mineralisatie
- bloedstolling
- plasmamembraanpotentiaal
- spiercontractie
- hormoonafgifte
- glycogeenmetabolisme
- celdeling.
De calcium soorten waar in de reptielenverzorging veel voorkomt is calciumlactaat en calciumcarbonaat.
Calciumcarbonaat
Calciumcarbonaat (CaCO3) is het koolzure zout van calcium.
Calciumcarbonaat ontstaat doordat oplosbare calcium-ionen in contact komen met CO2.
Calciumcarbonaat is een slecht oplosbaar zout, waardoor het gevormde CaCO3 neerslaat.
Het is niet in water oplosbaar
Calciumlactaat
Calciumlactaat is een wit zout gemaakt door de reactie van melkzuur op calcium.
Calciumlactaat kan worden geabsorbeerd op verschillende Ph niveau’s en hoeft om deze reden niet te worden ingenomen met eten voor absorptie ervan.
Is wel oplosbaar in water.
Het calciumniveau in het bloed staat onder regulatie van vitamine D, Calcitonine en het hormoon PTH.
Calcium en fosfor vormen samen 70-75% van het totale hoeveelheid mineralen in een schildpad.
Bij reptielen is de gemiddelde waarde van de calcium spiegel tussen de 2-5 mmol/l.
Bij enige soorten landschildpadden is dit lager tussen de 0,5-1,25 mmol/l.
Dit kan echter varieren en dit is afhankelijk van levensstadia van de schildpad.
Zo is de spiegel bij een zwanger vrouwtje hoger. Dit omdat reserves calcium uit de botten worden aangesproken voor ontwikkeling van de eieren.
Bij goede voeding/suppletie calcium wordt dit probleemloos weer aangevuld.
Parathormoon (parathyroïdhormoon, PTH)
is een hormoon, dat samen met vitamine D en Calcitonine, het calciumgehalte van het lichaam reguleert. De productie van PTH, een eiwit, gebeurt in de bijschildklier.
PTH zorgt voor een verhoging van de calciumspiegel in het bloed.
Het zorgt voor een verlagen van de fosfaatspiegel in het bloed door de bevordering van de uitscheiding van fosfaat door de nier.
Hierdoor verschuift de Calcium-fosfaat balans ten voordele van calcium.
Calcitonine
Dit hormoon komt voor bij vissen, reptielen, vogels en zoogdieren. Aanvankelijk werd verondersteld dat het door de bijschildklier werd geproduceerd, maar na meer onderzoek bleek de schildklier de bron te zijn.
Calcitonine remt de afbraak van botweefsel. De productie en uitstorting van calcitonine wordt bevorderd door hoge calciumconcentraties in het bloed, die onder meer het gevolg kunnen zijn van botnecrose door Osteoporose.
Door zijn afscheiding reduceert het de calciumionen in het bloed als tegenhanger van de effecten van het Parathormoon (PTH) en verlaagt aldus de calciumspiegel van het bloed.
Calcitonine werkt op volgende specifieke wijze in op de bloedspiegel :
• verhindert de Ca2+ absorptie door de ingewanden
• verhindert de activiteit van Osteoclast in het beendergestel.
• verhindert de reabsorptie van fosfaten in de nierbuisjes
• verhoogt de reabsorptie van Ca2+ en Mg2+ in de nierbuisjes.
Een ongecontroleerde afgifte van PTH, PTH-achtige hormonen, vitamine D of bepaalde cytokinen kunnen een verhoogd calciumniveau in het bloed veroorzaken.
Gevolgen overdosering calcium
Een teveel aan calcium verstoort de opname van ijzer, zink, magnesium en fosfor.
Ook kunnen er nierstenen ontstaan en kan de botopbouw in het gedrang komen, waardoor botten zwakker worden.
Gevolgen calcium tekort
Spierkramp kan ontstaan, een te lage calciuminname leiden tot osteoprose (botontkalking).
Wanneer calcium door een tekort aan vitamine D niet voldoende wordt opgenomen, kan osteomalacie (beenverweking) ontstaan.
Andere gevolgen van een tekort aan calcium zijn een vertraagde bloedstolling en bij een ernstig tekort spierkrampen.
http://www.erasmusmc.nl/5663/177341/211028/365844/1002362/pag.06-07_Botbalans_in_Blij1Fosfor (P)
Fosfor geeft stevigheid aan het skelet.
Ook is het mineraal betrokken bij energievoorziening en maakt het deel uit van het DNA.
Het bepaald de nierfunctie en prikkeloverdracht in het zenuwstelsel.
Verder is fosfor nodig voor de koolhydraat-, vet- en eiwitstofwisseling.
Gevolgen overdosering van fosfor
Een overmatige inname aan fosfor veroorzaakt een verhoogde botstofwisseling, wat bij ouderen de kans op botontkalking kan verhogen.
Verder kan een te hoge inname aan fosfor de absorptie van ijzer, koper en zink, en belemmeren.
Gevolgen fosfor tekort
Omdat fosfor in bijna alle voedingsmiddelen voldoende aanwezig is, is een tekort aan fosfor bijna niet mogelijk.
Een tekort aan fosfor kan onder meer leiden tot
- anorexia
- bloedarmoede
- pijn in de botten
- verkeerde vorming van de botten tijdens de groei
- toegenomen gevoeligheid voor infecties.
Magnesium (Mg)
Magnesium is nodig voor de energiestofwisseling in het lichaam
De overdracht van zenuwprikkels
Het goed functioneren van de spieren.
Verder geeft magnesium stevigheid aan het skelet en is het nodig voor de opbouw van onder andere spieren.
Het speelt een rol in de opname van Vitamine C en E, Calcium, Fosfor, Natrium en Kalium.
Gevolgen overdoseren van magnesium
Bij een teveel aan magnesium ontstaat lichte diarree.
Gevolgen tekort van magnesium
Magnesium komt in bijna alle groenvoer en vis voor. Hierdoor is de kans op een tekort aan magnesium erg klein.
Bij een langdurig tekort aan magnesium treden klachten op als
- irritatie van de zenuwen in de spieren
- hartritmestoornissen
- maagkrampen.
Kalium (K)
Kalium is nodig voor de zenuwprikkelgeleiding en het handhaven van een normale bloeddruk.
Verder is kalium noodzakelijk voor het samentrekken van de spieren en voor de energiehuishouding in de spieren.
Gevolgen overdoseren van kalium
Overdosering van kalium is mogelijk alleen is dit veelal gerelateerd aan een verstoorde nierfunctie of dehydratie.
Gevolgen van te hoog kalium zijn hartritme stoornissen.
Gevolgen van een tekort van kalium
Omdat kalium in veel voedingsmiddelen voorkomt, is het onwaarschijnlijk dat er een tekort ontstaat door onvoldoende inname via de voeding. Een tekort kan ontstaan als gevolg van een verhoogd verlies aan kalium door langdurig aanhoudende diarree of braken.
Ook kan een tekort aan kalium ontstaan door het gebruik van laxeermiddelen of diuretica.
Natriumchloride (NaCl)
Natrium is nodig voor een goed evenwicht in de vochthuishouding van het lichaam en in cellen in het bloed.
Voor het samentrekken van de spieren en voor de zenuwprikkelgeleiding.
Daarnaast levert natrium een belangrijke bijdrage aan de regeling van de bloeddruk, samen met kalium.
Gevolgen overdoseren van Natriumchloride
Door een teveel aan natrium worden de nieren en het hart extra belast waardoor een hoge bloeddruk kan ontstaan. Een teveel aan natrium verhoogt dus de kans op hart- en vaatziekten.
Gevolgen tekort van Natriumchloride
Zal niet snel worden geconstateerd.
Jodium
Jodium is nodig voor de vorming van schildklierhormonen die belangrijk zijn voor de groei en de stofwisseling.
Gevolgen overdoseren van jodium
Bij een normaal functionerende schildklier kan het lichaam een teveel aan jodium goed verdragen.
Wanneer de schildklier onvoldoende functioneert, kan een teveel aan jodium zorgen voor een schildkliervergroting.
Bij een te hoge jodiumbelasting een overstimulering van de schildklier tot gevolg waarbij een teveel aan schildklierhormonen wordt geproduceerd.
Gevolgen tekort van jodium
Bij een tekort aan jodium kan “krop” (struma) ontstaan. Hierbij zwelt de schildklier op.
Weefsel houden vocht vast (oedeem), vervetting en lethargie.
Zink (Zn)
Zink is nodig bij de opbouw van eiwitten en daarmee voor de groei en vernieuwing van weefsel.
Daarnaast speelt het een rol bij de opbouw en afbraak van koolhydraten.
Zink is onderdeel van het hormoon insuline en het zorgt ervoor dat het afweersysteem goed werkt.
Zink speelt ook een rol bij voorplanting en groei en opname van verscheidene vitamine
Gevolgen overdoseren van zink
Langdurige inname van teveel zink kan leiden tot onder andere anemie (bloedarmoede) en een vermindering van de weerstand.
Gevolgen tekort van zink
Andere gevolgen van een zinktekort kunnen zijn: groeivertraging, verminderde smaak en reuk, huidafwijkingen en nachtblindheid.
Ijzer (Fe)
Samen met koper is ijzer verantwoordelijk voor aanmaak van hemoglobine.
Hemoglobine is een onderdeel van de rode bloedcellen.
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof van de longen naar de weefsels. IJzer is onmisbaar voor dat transport.
Gevolgen overdoseren van ijzer
Een te hoog ijzergehalte in het lichaam kan leiden tot lethargie of beschadiging van organen zoals de lever, de darmen en het hart.
Gevolgen tekort van ijzer
Een duidelijk tekort aan ijzer leidt tot bloedarmoede (anemie).
Koper (Cu)
Koper zorgt dat ijzer wordt vastgelegd in hemoglobine, de rode kleurstof in ons bloed, en speelt zodoende een rol bij het zuurstoftransport in het lichaam.
Ook is koper betrokken bij de pigmentatie en bij bindweefsel- en botvorming en wondheling.
Gevolgen overdoseren van koper
Een teveel aan koper wordt meestal veroorzaakt door verontreiniging van voedingsmiddelen.
Symptomen die hierbij ontstaan zijn een overmaat aan speeksel, braken en diarree.
Gevolgen tekort van koper
Een kopertekort is zeldzaam.
Symptomen die vaak voorkomen bij een tekort aan koper zijn
- bloedarmoede
- vermindering van het afweersysteem
- botafwijkingen, zoals osteoporose.
Mangaan (Mn)
Mangaan is nodig voor de vorming van botweefsel.
Verder is mangaan betrokken bij de stofwisseling van aminozuren, cholesterol en koolhydraten.
Gevolgen overdoseren van mangaan
Niet bekend/voorgekomen
Gevolgen tekort van mangaan
Niet bekend/voorgekomen
Seleen (Se)
Seleen heeft eenzelfde werking als een antioxidant en gaat de vorming van schadelijke stoffen in het lichaam tegen. Het maakt zware metalen die het lichaam via verontreinigingen binnenkomen minder giftig.
Gevolgen overdoseren van seleen
Niet bekend/voorgekomen
Gevolgen tekort van seleen
Tekort aan seleen kan spierdegeneratie (afbouw) tot gevolg hebben.
Reacties en vragen kan je kwijt in dit topic :
http://schildpaddenforum.net/smf/index.php/topic,9519.0.html
Met dank aan Martijn Kooijman