Huisvestings / Verzorgingsrichtlijnen Mauremys reevesii

Huisvestings / Verzorgingsrichtlijnen Mauremys (Chinemys) reevesii

SOORT (Nederlandstalige benaming) : Chinese driekiel
FAMILIE : Geoemydidae
WETENSCHAPPELIJKE NAAM : Mauremys (Chinemys) reevesii

Simulatie levensruimte – Biotoop:

De omstandigheden in het paludarium moeten natuurlijk aangepast worden aan de bewoners. Je kunt hierbij denken aan een oerwoud gedeelte, een zandstrand, een mangrove bos, een riviertje, een waterval of een rotswand. De temperatuur is ook van groot belang, dan kun je gaan denken aan een koud klimaat, subtropisch of tropisch, zelfs een oase zou nog genoemd kunnen worden. Als het maar een water -en landgedeelte behelst. Chinese driekielen zijn schildpadden die dikwijls opgemerkt worden in de natuur, op boomstronken of rotsen, terwijl zij zich koesteren in de zon. Om hen een plaats te geven waar zij zich kunnen koesteren in een kunstmatige huisvesting moet een reflector lamp worden gezet over het droge einde van de omgeving. Die zou op zo een hoogte geplaatst moeten worden dat de temperatuur in dat onderdeel van de huisvesting ongeveer 32 graden Celsius bedraagt. De huisvesting zou ook met een volledig spectrum fluorescerend licht moeten worden uitgerust. Het licht zal voor UVB zorgen, een UVB bron is noodzakelijk voor vitamine D3 syntheses (Hard nodig in calcium metabolisme!) Indien gekozen is voor deze verlichting kan er een TL UVB-lamp gebruikt worden, dat volstaat aan alle vereisten of beter nog een kwikdamplamp met UVB afgifte zoals bvb de MegaRay.
Mauremys reevesii is het beste te houden in een paludarium (aquarium waarin een moerasachtig oevergebied wordt nagebootst). Bijvoorbeeld een bak van 100x30x25 cm met een landgedeelte van ongeveer 70x25 cm en twee moerasgedeelten van 20x20cm.
Mauremys reevesii houd ook een winterslaap, of op zijn minst winterrust is aangeraden.
Over de winterslaap van de Chinemys reevesii lopen de meningen nogal uiteen. Als ze niet in winterslaap gaan, zijn de dieren 's winters veel minder actief en eten beduidend minder.
Er zijn gevallen bekend dat Chinese driekielen ook buiten hebben overwinterd. Chinemys reevesii is een van de weinige soorten die min of meer bestand is tegen het grillige Nederlands/Belgische klimaat. Dat laatste is uiteraard afhankelijk van een aantal zaken. Van belang is de herkomst van de schildpad (uit een gematigde zone), maar ook de ligging (zonnig, beschut) en diepte van de vijver...

Voeding:

zie voedinglijst

Kwetsbaarheid / Stress gevoeligheid:

Als een van de gemakkelijkste soorten te kweken, is het mogelijk om deze schildpadden van in gevangenschap geboren kweek te kopen. We zouden sterk voorstellen dat er geen wildvang gekocht wordt van de Chinese driekielschildpadden. Terwijl in gevangenschap geboren kweek heel sterk is, is de spanning van gevangenneming, behandeling, vereniging met andere soort en de verzending van wildvang bij de Aziatische soort van Driekielen erg groot. In het algemeen leidt dat tot zwaar uitgeputte dieren die om onmiddellijke zorg van een dierenarts vragen.
Zie ook aanschaf

Voortplanting :

Een gemiddeld legsel bestaat uit twee tot zes eieren met een afmeting van 2,5 tot 3,5 cm en komt na respectievelijk 60 - 110 dagen uit. De tijdsverschillen vinden hun oorzaak in de broedtemperatuur; er zijn variaties van 23°C - 32°C mogelijk. De luchtvochtigheid moet 95% zijn. De eieren houden het midden tussen leer- en schaalachtig. Ze zijn ovaal en geelwit van kleur. De bandvorming (het teken dat ze bevrucht zijn) vindt plaats in de eerste weken, daarna worden ze geleidelijk bruin. Als broedsysteem kan een bak met een laag water worden gebruikt met daarin een verwarmingsstaaf. In het water wordt een bakje met een vochtig zand/grondmengsel geplaatst. Dit bakje wordt afgesloten met een deksel waarin ventilatiegaatjes zijn gemaakt. De eieren worden in het vochtige mengsel ingegraven; het belangrijkste is nu dat het mengsel vochtig blijft en niet uitdroogt.

Het is niet verstandig de jongen te snel in diep water te doen, de eerste tijd is vijf cm voldoende. Bij de geboorte zijn de jongen bruin en hebben dezelfde tekening als hun ouders. Hun staart is even lang als de lengte van het schild.
De eerste week eten ze levend voer (tubifex, muggelarven). Daarna kunnen ze ook Lundi , vis, krekels, pissebedden , droogvoer (zoo-med pellets), buffalowormpjes, gelatinevoer enz tot zich nemen. Zie ook voedinglijst , echter alles op maat naar het formaat van jonge dieren.

Het zwemwater moet regelmatig ververst worden en de waterstand kan na een paar weken geleidelijk verhoogd worden.

Geslachtskenmerken :

Links vrouwtje, rechts mannetje:

De driekiel ook wel de Mauremys reevesii genoemd komt voor al voor in China, Taiwan, Japan en Hong Kong. Het zijn vrij rustige dieren. De Driekielschildpad heeft een rugschild dat van zwart tot een tan (lichtbruin) kleurige kleur, met drie te onderscheiden kielen dat variëren kan tot enigszins effen als het dier veroudert. Het bezit eveneens gele lijnen op de kop en hals. De huid stelt hetzelfde bereik van kleuren als het rugschild tentoon. De volwassen Driekielschildpadden bereiken een opmerkelijke lengte van maximum van 12 cm, maar er zijn in gebieden varianten gemeten die 30 cm bereiken. Opvallend zijn de drie kielen in de lengterichting over het rugschild: een kenmerk waaraan deze schildpad zijn naam te danken heeft. Mauremys reevesii is bij een minimale lengte van ongeveer tien cm (afhankelijk van de vorm) geslachtsrijp.

De mannetjes zijn donkergrijs tot zwart van kleur en hebben donkere ogen (bovenste dier); de tekening op de kop verdwijnt naarmate ze ouder worden. De vrouwtjes zijn bruiner en hebben lichte ogen (vaak geel). Ook hebben vrouwelijke exemplaren een tekening op de kop die van dier tot dier verschillend is zodat ze goed uit elkaar te houden zijn.
Mauremys reevesii heeft een weinig verscheidenheid in zijn variatie. Je hebt de Japanse en Chinese vorm en de Noordelijke en Zuidelijke vormen.
Het verschil zit het meest in de grootte en lichte of donker gekleurden, maar ook bekend is de naar beneden hangend en een weinig opstaand marginaal, de onderste rand van het rugschild.

Mauremys reevesii (mannetje)